- Het is onzeker of de huidige coronamaatregelen na 19 januari versoepeld kunnen worden. Het RIVM ziet geen “overtuigende effecten” van de lockdown en premier Rutte is “niet erg hoopvol”.
- Het aantal mensen dat zich liet testen en het aantal mensen met een positieve testuitslag daalde deze week weliswaar, maar het percentage positieve testen bleef hoog.
- Het deskundigenteam OMT buigt zich vrijdag over de maatregelen en zal begin volgende week een advies naar buiten brengen.
Premier Mark Rutte is “niet erg hoopvol over wat kan na 19 januari”. Hij wil nog niet vooruitlopen op eventuele versoepelingen of juist een verlenging van de lockdown, maar “op dit moment blijven de cijfers natuurlijk hoog”, zei Rutte in debat met de Tweede Kamer.
Het deskundigenteam OMT buigt zich vrijdag over de maatregelen en zal begin volgende week een advies naar buiten brengen.
In principe wordt op 12 januari besproken of de lockdown, die zeker tot 19 januari loopt, langer zal gelden. Het gaat onder meer over de sluiting van winkels en het maximum van twee personen die je thuis mag ontvangen. “We moeten echt het OMT-advies afwachten”, zegt Rutte.
Het blijft ook onzeker of kinderen over twee weken weer naar de basisschool en het voortgezet onderwijs kunnen. Volgens Rutte blijft het heropenen van scholen een “prioriteit” voor het kabinet, maar kan hij “echt niet beloven” dat scholen weer op 18 januari opengaan.
Er wordt ook door het OMT gekeken naar de gevolgen van de 'Britse variant' van het coronavirus voor scholen. Over de verspreiding daarvan op scholen is nog veel onduidelijk. Maar deze coronamutant treft kinderen mogelijk veel meer dan het 'oude' coronavirus.
Daarom wordt op verzoek van het OMT gekeken naar aanvullende maatregelen op scholen. Dat gebeurt in overleg met de koepelorganisaties van het basis en voortgezet onderwijs, de PO- en VO-Raad. Daarbij wordt onder meer gekeken naar spreiding van personen, reisbewegingen en de manier én tijd van lesgeven, aldus de premier.
Op vragen van verschillende partijen zegt Rutte dat het kabinet ook kijkt naar de effecten van maatregelen. Dinsdag maakte het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bekend nog geen "overtuigende effecten van de lockdown" te zien. Het aantal mensen dat zich liet testen en het aantal mensen met een positieve testuitslag daalde weliswaar, maar het percentage positieve testen bleef deze week hoog.
De effecten van maatregelen maatregel zijn nu eenmaal "niet altijd zichtbaar of te berekenen", zegt Rutte hierover. Een aantal planbureaus kijkt ook naar de schade die bepaalde maatregelen toebrengen aan de samenleving, de mentale gezondheid van Nederlanders of de economie.
RIVM ziet nog geen 'overtuigende effecten' van de lockdown
Volgens het RIVM kwamen in de afgelopen week 56.440 besmettingen aan het licht. Dat zijn er beduidend minder dan de 67.388 meldingen van een week eerder.
Het aantal afgenomen coronatesten daalde met ruim 70.000 tot 368.126. Het percentage positieve testen steeg echter van 13 procent tot 13,7 procent.
Het RIVM houdt rekening met de mogelijkheid dat mensen na de feestdagen "minder geneigd waren om zich te laten testen". Het zou echter ook kunnen dat de lockdown wél effect heeft en simpelweg minder mensen klachten hebben.
Het aantal coronabesmettingen dat aan het licht komt door testen daalde een week eerder ook al met zo'n 12 procent. Ook het aantal opnames op verpleegafdelingen van ziekenhuizen is iets afgenomen: van 1892 tot 1713 (-9,5 procent). Op de intensive cares werden juist iets meer patiënten met Covid-19 opgenomen: 336 tegen 304 een week eerder (+10,5 procent).
Het aantal aan corona gerelateerde sterfgevallen nam ook toe: van 583 tot 621 in de afgelopen week.
Het zogeheten reproductiegetal, dat weergeeft hoe snel het virus zich verspreidt, is verder afgenomen: van 1,15 tot 0,91. Dat wil zeggen dat een groep van honderd mensen gemiddeld 91 anderen aansteekt. Het RIVM kan het reproductiegetal voor de zeer korte termijn niet betrouwbaar berekenen. Het cijfer dat dinsdag bekend is gemaakt, is gebaseerd op de situatie van 18 december.
Twente is naar verhouding de grootste coronabrandhaard van Nederland. Per 100.000 inwoners waren daar afgelopen week 567 positieve tests. Dat is omgerekend meer dan in Amsterdam-Amstelland (228,8 nieuwe gevallen op elke 100.000 mensen) en Rotterdam-Rijnmond (247,3) bij elkaar. Ook Gelderland-Midden (415,2) en Noord-Holland Noord (413,4) hebben relatief veel nieuwe gevallen.
Het aantal coronagevallen daalt vooral onder tieners, maar dat is ook de leeftijdsgroep die zich veel minder laat testen.
Het aantal besmet geraakte zorgmedewerkers is gestegen tot boven de 100.000. Sinds het begin van de uitbraak zijn 103.697 mensen die in de zorg werken positief getest, 7655 meer dan vorige week. In totaal werden 748 zorgmedewerkers in een ziekenhuis opgenomen, negentien meer dan een week geleden.
Het aantal overleden zorgmedewerkers bleef op 21 staan. Het gaat niet alleen om mensen die in ziekenhuizen werken, zoals verpleegkundigen en artsen, maar ook om bijvoorbeeld thuiszorgmedewerkers. Het is niet bekend waar ze besmet zijn geraakt.
Rutte: vanaf dinsdag 288.600 vaccins in Nederland
Rutte zei in het Kamerdebat verder dat er vanaf dinsdag 288.600 vaccins van BioNTech/Pfizer in Nederland beschikbaar zijn. Hij moest de cijfers oplezen van een briefje dat hij kreeg aangereikt van coronaminister Hugo de Jonge.
"Nu zijn er 164.775 in de vriezer, er komen er vandaag 123.825 bij", zegt Rutte. "Dus dat betekent dat we er bijna 300.000, namelijk 288.600, beschikbaar hebben deze week."
De minister-president gaf die cijfers als antwoord op een vraag van PVV-leider Wilders. Wilders vindt dat de 164.000 vaccins die rond de kerst beschikbaar waren toen al hadden moeten worden gebruikt. Zorgmedewerkers en kwetsbare ouderen hadden er volgens hem "dolgraag" gebruik van gemaakt. "Doordat u heeft gefaald met uw minister van Volksgezondheid", zijn die vaccins niet gezet, zegt Wilders.
Rutte geeft toe dat hij en De Jonge de GGD'en "eerder hadden kunnen bevragen" om ervoor te zorgen dat ze ook klaar zouden zijn voor de grootschalige vaccinatie die nodig is met het vaccin van BioNTech/Pfizer.